Alois Josef BENEDICTER

Alois Josef Benedicter werd op 4 juni 1843 in Dischingen geboren als zoon van een meester-verver. Zijn artistieke carrière begon op veertienjarige leeftijd toen hij in de leer ging bij zijn neef, de kerk- en decoratieschilder Mathias Stadler, in Kelheim. In 1861 verhuisde Benedicter naar Stuttgart, waar hij voor een decoratieschilder werkte. Tussen 1863 en 1870 studeerde hij verder aan de gerenommeerde Academie voor Schone Kunsten in München, waar hij les kreeg van gerenommeerde kunstenaars als Hermann Anschütz, Georg Hiltensperger, Alexander Strähuber en Sándor Wagner.

Na zijn afstuderen concentreerde Benedicter zich voornamelijk op architecturale schilderijen in groot formaat. Een blessure die hij opliep tijdens de Frans-Pruisische oorlog van 1870/71 dwong hem echter om over te schakelen op kleinere formaten. Tijdens reizen naar Nederland en België ontdekte Benedicter de Nederlandse genreschilderkunst en begon hij zowel genreschilderijen als architecturale schilderijen en interieurs te maken. In 1876 ondernam Benedicter een reis naar Italië.

Na zijn huwelijk in 1879 vestigde Benedicter zich in Rothenburg ob der Tauber. In 1893 verhuisde het gezin naar Pasing, nu een wijk van München, waar Benedicter in hetzelfde jaar lid werd van de kunstenaarscoöperatie van München. In zijn latere werk legde Benedicter zich steeds meer toe op het schilderen van landschappen, hoewel hij ook figuratieve voorstellingen maakte. Peter Wiench beschrijft Benedicters stijl in het Allgemeines Künstlerlexikon als “technisch perfect, levendig vormgegeven en georiënteerd op de Nederlandse genre- en landschapsschilderkunst”.

Alois Josef Benedicter stierf op 14 april 1931 in Pasing, tegenwoordig een district van München.