Otto ACKERMANN-PASEGG

Otto Ackermann, geboren op 14 februari 1872 in Berlijn en overleden op 31 mei 1953 in Düsseldorf, was een belangrijke Duitse schilder die zich voornamelijk specialiseerde in landschappen, zeegezichten en portretten.

Ackermann kreeg zijn artistieke opleiding via privé-schilderlessen in het atelier van de beroemde zeeschilder Hermann Eschke in Berlijn. Hij ondernam studiereizen naar Italië, België en Nederland, waarbij zijn verblijf in Katwijk in 1905/1906 bijzonder opmerkelijk is. Vanaf 1897 woonde hij in Düsseldorf, waar hij deel uitmaakte van de officiersvereniging van het Landwehr district Düsseldorf en bekend werd als schilder van Niederrheinische landschappen. In 1897 trouwde hij met Gertrud Steven uit Keulen, met wie hij een zoon kreeg, Carl-Josef (1898-1938), die later bekend werd als architect en rijksbouwmeester. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij met de rang van kapitein. In juni 1915 verloor hij zijn broer Kurt, 14 jaar jonger, die als tweede bevelhebber van het luchtschip LZ 37 werd neergeschoten door Reginald Alexander John Warneford tijdens een vlucht boven Gent.

Ackermann was een vroeg lid van de Deutscher Künstlerbund en was artistiek actief in Düsseldorf, waar hij van 1898 tot 1953 lid was van de Düsseldorfer Künstler-Vereinigung 1899 en de Künstlerverein Malkasten. Vanaf 1932 was hij zelfs voorzitter. Tijdens het nationaalsocialistische tijdperk werd de Malkasten aangepast, waarbij Ackermann in 1934 na een statutenwijziging werd benoemd tot nieuwe voorzitter van de vereniging. In deze rol werden in 1935 negen leden van “niet Arische” afkomst uit de vereniging gezet. Onder druk van de NSDAP werd hij in 1938 echter gedwongen om het leiderschap van de vereniging op te geven. De artistieke nalatenschap van Ackermann wordt beheerd door het Rheinisches Archiv für Künstlernachlässe in Bonn. Hij stierf in zijn appartement in de Hünefeldstraße 8 als gevolg van een huiselijk ongeluk waarbij hij een schedelbasisfractuur opliep.

In zijn schilderijen gaf Ackermann de voorkeur aan motieven uit de Nederrijn, de Belgische, Nederlandse en Duitse Noordzeekust en uit Mecklenburg en de Noord-Duitse Laagvlakte. Tot ver in de jaren 1920 nam hij deel aan tentoonstellingen in Düsseldorf, Berlijn en München. Een hoogtepunt was zijn deelname met het schilderij “Platz im Schnee” aan de 3e jaarlijkse tentoonstelling van de Deutscher Künstlerbund in het Groothertogelijk Museum in Weimar. Hij stelde zijn werken ook tentoon in Dresden, Berlijn, München en zijn nieuwe thuis Düsseldorf in 1904 en 1906. Hij kreeg erkenning in Barcelona in 1907 en 1911, in Klagenfurt in 1912 (Oostenrijkse staatsmedaille) en in Salzburg in 1914.

Geen producten gevonden die aan je zoekcriteria voldoen.
Scroll naar boven