Otto Wild

Otto Wild (* 8 november 1898 in Trostberg, Beieren; † 23 september 1971) was een Duitse vattenschilder en impressionist.

Otto Wild werd geboren in Trostberg, Beieren, als zoon van Josefine Margareta Wild. Zijn artistieke talent werd ontdekt door de kerkschilder Rauschensteiner uit Reith im Winkel, die hem een staatsbeurs aanbood aan de Academie voor Schone Kunsten in Neurenberg onder professor Stöckel. In 1915 werd Wild opgeroepen voor militaire dienst en naar het front in Vlaanderen gestuurd, waar hij in 1916 werd ontslagen na ernstig gewond te zijn geraakt en zijn studie kon voortzetten.

In de jaren 1920 volgde Wild de voetsporen van Otto Modersohn naar Worpswede, waar hij zijn passie voor landschapsschilderkunst en zijn impressionistische techniek ontwikkelde. Reizen naar Nederland, Parijs, Venetië en Madeira gaven zijn unieke stijl verder vorm. In deze jaren creëerde hij werken waarin het licht op de objecten in plaats van het object zelf centraal stond.

Aan het einde van de jaren 1920 kreeg Wild erkenning en vestigde hij een studio in het Körnerhaus, Poststraße 37, in Hamburg. Zijn motieven van de haven van Hamburg waren erg in trek bij de kooplieden van de stad en sierden talrijke kantoren en villa’s. Na de Tweede Wereldoorlog zette hij zijn werk voort, maar de kwaliteit van zijn schilderijen leed onder een ernstige ziekte waardoor hij zijn talent in de jaren 1950 niet verder kon ontwikkelen.