Pierre Boffin

Pierre Boffin, die werd geboren onder de artiestennaam Hugo Joseph Winz, werd geboren in Aken op 30 november 1907 en stierf in Voerde in 1992. Hij was een getalenteerde Frans-Duitse schilder die bekend staat om zijn bijdrage aan het Expressief Realisme. Door het verbod op zijn werk in de jaren 1940, behoort hij tot de groep van de “Verloren Generatie”.

Pierre Boffin had een diverse culturele achtergrond, met een moeder uit Verviers in Frankrijk en een vader uit het Zwarte Woud. Hij vestigde zich in de kunstwereld onder de kunstenaarsnaam Pierre Boffin. Het nationaalsocialistische tijdperk bracht voor Boffin en veel van zijn collega’s een artistieke blokkade met zich mee. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij krijgsgevangen gemaakt in Attichy, Frankrijk, waar hij goede vrienden werd met de schilder August Phillip Henneberger. In 1943 publiceerde hij zijn verhaal “Der Schmied vom Ulex”. Na de oorlog huurden de Amerikanen hem in om een tijdschrift voor krijgsgevangenen te redigeren. In die tijd trad hij ook op als auteur en redacteur.

Boffin woonde lange tijd in België, Frankrijk en Nederland en wijdde zich intensief aan de schilderkunst. Hij was aanvankelijk autodidact voordat hij zijn vaardigheden ontwikkelde onder begeleiding van Antoni Clavé in Parijs. Hij studeerde aan de École nationale supérieure des arts décoratifs de Paris, een instelling waar ook beroemde kunstenaars als Fernand Léger en Leon Dabo les gaven. Boffin verbleef enkele jaren in Parijs voordat hij zijn opleiding voortzette bij de Nederlandse schilder Henry ten Holt en diens schilderklas in Bergen volgde. Gedurende deze tijd verdiepte hij zijn vaardigheden in het omgaan met kleuren en kleurpaletten. In zijn eerbetoon aan Boffin noemde de schrijver Theodor Seidenfaden hun werk samen in Altea.

Zijn eerste tentoonstelling vond plaats in 1947 in Parijs in de Salon des Indépendants en veroorzaakte een sensatie met zijn expressieve realisme. Verdere tentoonstellingen volgden in Parijs tussen 1952 en 1970, waaronder in de Société Nationale des Beaux Arts, de Exposition Decouvrir, de Salon “Artiste Francais” en de Salon Teeres Latines. In deze periode werd hij vertegenwoordigd door galeries zoals de Galerie Main in Montparnasse, de Galerie Marseilles in Parijs en de Galerie Foyer des Artistes. Daarna bracht hij drie jaar door aan de Kunstschule Düsseldorf, waar hij onder leiding van Rolf Sackenheim zijn expertise in schilderen, vrije grafiek en decorontwerp uitbreidde. Tijdens deze fase intensiveerde Boffin zijn inspanningen op het gebied van grafische kunst en prentkunst. Hij volgde ook cursussen kunstgeschiedenis bij professor Heinrich Theissing.

In Londen werden zijn werken samen met die van Heyssial en Georges Delplanque gepresenteerd. Veel van zijn kunstwerken vonden een plaats in privécollecties en verzekerden hem van zijn levensonderhoud. In de jaren 1970 verlegde Boffin de focus van zijn werk meer en meer naar Duitsland. Zijn werken werden getoond op internationale tentoonstellingen zoals de kunsttentoonstelling in Kirn, de “Villa Engelhard” in Düsseldorf en op filmfestivals in Genève en Straatsburg tot het einde van de jaren 1980.

Zijn grafische werken werden vertegenwoordigd door de Galerie Moderne II in Brussel, terwijl zijn schilderijen werden tentoongesteld in de Galerie Schöppe in München en de Galerie Campo in Antwerpen. Zelfs op de gevorderde leeftijd van 80 jaar organiseerde Boffin een presentatie van zijn werk voor Rusland, die plaatsvond in Vilnius, Litouwen, in 1988 en veel aandacht trok.

Tot zijn dood in 1992 woonde Pierre Boffin in Vörde aan de Nederrijn, waar ook zijn atelier was gevestigd aan de Bahnhofstrasse 153.

In zijn vroege werk legde Boffin zich voornamelijk toe op het schilderen van landschappen. Het vastleggen van de sfeer van een landschap en het interpreteren van het gespannen moment van een plek en het licht waren terugkerende thema’s in zijn werk. Toch richtte hij zich vooral op de weergave van mensen, waarbij hij de nadruk legde op de wisselwerking tussen innerlijke emoties en uiterlijke verschijning. Zijn figuren werden nooit gereduceerd tot geïdealiseerde schoonheid, maar Boffin portretteerde zijn personages met grote nieuwsgierigheid en directheid. Hij werd gekenmerkt door een expressief, krachtig en meesterlijk samengesteld kleurenpalet.

Zijn werken met erotische motieven weerspiegelden een sensuele contemplatie die vaak werd gecombineerd met diepere symboliek en de betekenis van seksualiteit. Zijn late werk toonde ook radicale confrontaties met actuele politieke gebeurtenissen, die hij direct en uitdagend op het doek bracht.

Boffin gebruikte ook houtsneden en linosneden. Slechts enkele aquarellen van klein formaat zijn bekend op de kunstmarkt. De meeste werken van Boffin zijn privébezit. Boffins volledige artistieke nalatenschap, waaronder olieverfschilderijen, aquarellen, tekeningen en prenten, evenals documentatie van zijn tentoonstellingen en originelen van zijn gedichten en opdrachten van zijn vriendenkring, worden beheerd door KunstKontor in Wiesbaden.

Geen producten gevonden die aan je zoekcriteria voldoen.
Scroll naar boven