Rudolf Hesse

Rudolf Hesse, geboren op 13 juli 1871 in Saarlouis en overleden op 22 mei 1944 in München, was een uitstekende Duitse schilder en graficus wiens diverse oeuvre de gebieden olieverfschilderij, aquarel schilderen, tekenen, etsen, drogenaald en vernis mou omvatte.

Hesse werd geboren als zoon van de koopman Michael Hesse en kreeg aanvankelijk een commerciële opleiding. Zijn passie voor de schone kunsten bracht hem er echter toe om van 1896 tot 1901 te studeren bij Nikolaus Gysis aan de Koninklijke Beierse Academie voor Schone Kunsten in München. In die tijd sloot hij zich aan bij de kring “Die Niederländer”, waarin kunstenaars, advocaten, officieren en zakenlieden samenkwamen. In deze kring gebruikte Hesse de naam “Van der Huye” in de gebruikelijke variatie van namen.

Tussen 1901 en 1905 studeerde Hesse in Parijs, waar hij zich inschreef in het Louvre om het werk “Le Christ au tombeau” van Jusepe de Ribera te kopiëren. In 1906 keerde hij terug naar München en in augustus 1908 trouwde hij met de schilderes Felicitas Tillessen, met wie hij drie kinderen kreeg: Lilly (geboren 1909), Werner (geboren 1910; overleden 1945, zelf schilder en illustrator) en Renate (geboren 1912). Nadat hij in 1910 naar Koblenz was verhuisd, richtte Hesse daar een schilderschool op. Het gezin keerde echter in 1912 terug naar München, waar Hesse tot het einde van zijn leven woonde.

Rudolf Hesse werd in 1916 volwaardig lid van de kunstenaarscoöperatie in München en lid van de groep “48”, die bij de coöperatie hoorde. Tijdens het nationaalsocialistische tijdperk werd hij aanvankelijk gewaardeerd voor zijn portretten, maar zijn maatschappijkritische werken stuitten op afkeuring. Een werk getiteld “De dood als schaker” werd in beslag genomen en vernietigd, en zijn karikaturen werden verboden.

In samenwerking met de drukker Heinrich Graf produceerde hij grafische portfolio’s. Hesse legde zich ook toe op commerciële kunst en maakte boekplaten en reclameontwerpen. Zijn werk omvatte ook een aanzienlijk aantal karikaturen. Hij werkte voor verschillende tijdschriften zoals “Fliegende Blätter”, “Die Jugend”, “Kladderadatsch”, “Simplicissimus” en “Velhagen & Klasings Monatshefte”, maar ook voor boekuitgevers, voor wie hij illustraties maakte. In 1903 publiceerde hij het kinderboek “Fritz und Heinrich” van Georg Friedemann, dat hij illustreerde, gevolgd door “Spaß muß sein” in 1912 (Piper & Co-Verlag München). Dit laatste was een album met 80 pentekeningen en speelde een belangrijke rol in het vestigen van zijn reputatie als uitstekend illustrator en karikaturist. Sommige van zijn werken deden denken aan kunstenaars als Van Dyck of Rembrandt, bijvoorbeeld een afbeelding van de kruisiging waarin het licht rond de gekruisigde man scheen en omgeven was door duisternis. Toch waren zijn werken altijd onafhankelijke creaties. Genrescènes in zijn werk deden denken aan de Nederlandse genreschilderkunst en getuigen van zijn veelzijdigheid en artistieke expressiviteit.

Geen producten gevonden die aan je zoekcriteria voldoen.
Scroll naar boven